Il tempio della Concordia. Agrigento, Sicilië

website De Tempel


Statendam
Hoogstraat en Botersloot


  • Statendam pagina 7
    Over Hoogstraat en Botersloot

  • Inleiding
  • De architect
  • De sloop van het KPN-gebouw
  • Actuele nieuwsberichten rond Laurenshof
    - nieuws juli - december 2007
    - nieuws januari- juni 2007
    - nieuws 2005-2006
  • Over de 5 schepen Statendam
  • De bouw gefotografeerd

  • - 18 april 2008
    - 8 maart 2008
    - 24 februari 2008
    - 19 januari 2008
    - 22 december 2007
    - 28 november 2007
    - 2 oktober 2007
    - 29 augustus 2007
    - 30 mei 2007
  • Geschiedenis Binnenrotte
  • Over Hoogstraat en Botersloot

  • Alle plaatsen in Zuid-Holland
    Homepage



    Euro Relais Vakantiehuizen
  •   De Statendam staat aan de Binnenrotte op de oudste plek van Rotterdam de Rotte-dam, maar ook aan de Hoogstraat en de Botersloot.

    De Hoogstraat is ontstaan op de dijk die, voor en na de dam in de Rotte, de waterkering vormde tussen Maas en stad. Het traject is deel van de oude zeewering, Schielands Hoge Zeedijk, die van Vlaardingen tot aan Gouda loopt.
    Het bekendste niet meer bestaande gebouw aan de Hoogstraat is het stadhuis.


    De geschiedenis van het Stadhuis van Rotterdam
    Het eerste stadhuis van Rotterdam zal, net als in vele andere steden, ongetwijfeld het gasthuis geweest zijn, het offciele gastenhuis van de Graaf van Holland. En eveneens als in die andere steden werd het gasthuis weinig gebruikt voor het doel waarvoor het was gebouwd en werd in de loop der tijden het eerste "ziekenhuis". Zieken werden na verloop van tijd waarschijnlijk overgebracht naar een nieuw gebouwd "gasthuis" op de hoek van de Botersloot en de Kipsloot.

    Stadhuis We kijken hier vanaf de Gedempte Botersloot. Aan het eind van de straat staat aan de Kaasmarkt het stadhuis. Als je goed zoekt, zie je een huis met een koeienkop, daar was ooit de Vleeshal gevestigd en later de Telefoondienst.
    Bron: www.engelfriet.net/Alie/Hans/stadhuis.htm en vleeshal.htm

    Oude Raadhuis

    Ook het oude raadhuis viel ten prooi aan het bombardement op 14 mei 1940.

    Waar het stadhuis stond wordt, ongeveer aan de rechterkant ervan, de Statendam gebouwd.


    Tegenover de Statendam ligt een nu zeer bekend gebouw, de Bibliotheek.
    De Centrale Bibliotheek herbergt de grootste collectie ter wereld ‘van’ en ‘over’ Erasmus in een speciaal geconditioneerd magazijn.
    Erasmus van Rotterdam of Desiderius Erasmus Roterodamus (1466 - 1536) was een veelzijdig en vernieuwend schrijver en denker. Al tijdens zijn leven geldt hij als een van de belangrijkste denkers van Europa. Tal van kerkelijke en wereldlijke leiders vroegen hem om advies.
    Wilt u meer hierover weten, klik op de afbeelding hiernaast.
    Het huis van Erasmus stond aan de Hoogstraat. Een reconstructie van de plaats en de geschiedenis ervan staat op de website Erasmushuis Rotterdam

    De Hoogstraat was voor de oorlog een geliefde winkelstraat voor de Rotterdammers. Door het bombardement in 1940 is de Hoogstraat bijna geheel verwoest. Vanaf de Coolsingel zijn na de oorlog de grote winkels teruggekomen en soms al weer verdwenen. Zoals bijvoorbeeld Galeries Modernes.
    De Galeries Modernes stond voor de Tweede Wereldoorlog algemeen bekend als de Fransche Bazar. Zij was het eerste grote Rotterdamse warenhuis, en groeide als het ware met de stad mee. Hele generaties buitenmensen hebben er hun inkopen gedaan. Als je er vanaf de Hoogstraat binnenstapte, kon je op de begane grond de trap omlaag nemen naar de sous-parterre, die op de lager liggende Kipstraat uitkwam.
    Het nieuwe Galeries Modernes werd van 1954-1957 gebouwd door Van den Broek en Bakema. Dit bureau was ook verantwoordelijk voor de bouw van de Bibliotheek.
    Galeries Modernes werd later overgenomen door de Koninklijke Bijenkorf Beheer.
    Bronnen:

  • Hoogstraat
  • Wonen Rotterdam
  • 100 jaar architectuur in Rotterdam

    Hoogstraat Hoogstraat
    boven de Hoogstraat voor de Tweedede Wereldoorlog
    onder na de Tweede Wereldoorlog
    Galeries Modernes
    Na het bombardement

    Nadat het puin was opgeruimd was dit wat er resteerde van het hart van Rotterdam.
    Luchtopname vanuit noordelijke richting van het door het Duitse bombardement van 14 mei 1940 verwoeste centrum. Het puin is inmiddels geruimd. Op de voorgrond de Sint Laurenskerk en het spoorwegviaduct aan de Binnenrotte. Verderop o.a. de Oudehaven met de gespaard gebleven panden bij het Witte Huis.
    J. van Rhijn 1940.
    Bron foto: Gemeentearchief Rotterdam

    De Botersloot

    Hierboven noemde ik al de Gedempte Botersloot. Dat betekent dat er daarvoor al een Botersloot van oorsprong een wetering. Het moment voor het dempen en na het dempen is op deze briefkaart vastgelegd.

    Botersloot

    Het dempen vond reeds plaats in 1866. Op de twee afbeeldingen is duidelijk de Prinse Kerck te herkennen. Op de plaats van de kerk staat nu het oude gebouw van de Gemeentebibliotheek. De kerk werd er voor afgebroken.
    Op de volgende ansichtkaart van de Gedempte Botersloot is de Prinse Kerck rechts op de hoek nog te zien. Er voor een levendig markttafereel.
    Botersloot
    Op de volgende ansichtkaart kruist de Gedempte Botersloot de Meent (rechts) en de Heerestraat (links). In deze straat woonde Pietje Bell volgens de boeken van Chris van Abkoude. De nu oude bibliotheek is links halverwege de Gedempte Botersloot te zien en aan het einde van de straat een glimp van het voormalige stadhuis aan de Kaasmarkt. Botersloot


    Vleeshal
    De Botersloot werd in de vijftiende eeuw overkluisd en liep vrijwel parallel aan de Binnenrotte door het oostelijk deel van de landstad. De Botersloot dankt zijn naam aan de zuivelproducten die met schuitjes over de Rotte werden aangevoerd naar het aan de sloot gelegen Boterhuis in de stad.
    De uit 1619 daterende Vleeshal lag aan het meest zuidelijke deel van de Botersloot dat de Huibrug (Huidenbrug) heette. De vleeshouwers ook wel beenhakkers (slagers van rund- en schapenvlees) genoemd en hadden zich verenigd in St. Bartolomeusgilde dat in 1467 voor het eerst wordt genoemd.

    In 1835 werd de trapgevel vanwege de slechte staat vervangen door een achteroverhangend dakschild. In 1866 is de Botersloot gedempt en enkele jaren later werd ondanks de vele protesten de hal gesloopt en door nieuwbouw in een neo-stijl vervangen. De nieuwbouw is vervolgens in gebruik genomen door de Telefoondienst (1896). In 1930 werd het telefoongebouw vergroot. In 1932 werd de sedert 1906 bestaande zuidelijke voorgevel gesloopt. De vleeskeuringen vonden inmiddels plaats op het in 1883 aangelegde abattoirterrein in Crooswijk.
    Lees meer over de Vleeshal op: Bouwhistorie Rotterdam;
    op de website van Engelfriet over vleeshal, spaarbank en telefoondienst:

  • Spaarbank en
  • Vleeshal

  • en J. Dzn. Verheul, De voormalige vleeschhal aan de gedempte Botersloot te Rotterdam. In: Rotterdams Jaarboekje 1937, p. 171-180

    Over de Spaarbank en het telefoongebouw
    Spaarbank van Rotterdam, Botersloot 25, Rotterdam, 1942 - 1955
    Architect: Jacobus Johannes Pieter Oud (1890 - 1963)
    Architect die zich na een ontmoeting met Theo van Doesburg bij "De Stijl" aansluit. Later een pionier van het Nieuwe Bouwen onder andere door deelname aan de Wießenhof Siedlung te Stuttgart (1927).
    Bekijk de pagina met foto's: Spaarbank Botersloot

    De telefoondienst
    Op 1 oktober 1896 begon in Rotterdam de eerste gemeentelijke telefoondienst van Nederland. Later fuseerde deze met de PTT, waaruit het huidige KPN ontstond.

    tafelmodel Telefoontoestel Ericsson, tafelmodel.
    De metalen kast met bruin houtmotief toont het gemeentewapen van Rotterdam. Aan de linkerzijde van de kast bevindt zich een meeluistertelefoon. Met de inductorkruk aan de rechterzijde werd het hoofdtoestel opgeroepen.
    Toepassing: Gebruikt bij de Gemeentelijke Telefoondienst Rotterdam, als tweede toestel bij een huistelefooninstallatie.

    Zwart bakeliet wandtoestel van de 'Plaatselijke Telefoondienst Rotterdam', Ericsson Holland met aardtoets. wandtoestel

    Ook het telefoongebouw aan de Botersloot doorstond het bombardement niet. Zie: Straten na 14 mei
    Na de oorlog werd het telefoongebouw weer opgebouwd en een grote betonnen kantoortoren neergezet, die inmiddels voor de bouw van de Statendam is afgebroken. Zie: Sloop KPN-gebouw. Die sloop lag in 2000 niet voor de hand:

    Uitgangspunt voor de kantoortoren aan de Hoogstraat is renovatie. De functie van de toren blijft die van kantoor. Het aanzien van de toren zal worden verbeterd door het aanbrengen van een nieuwe gevel die de huidige grijze betonnen gevelelementen zal vervangen. De plompe vorm van de toren zal worden genuanceerd door een verjonging van de toren. Hiertoe zal de toren met enkele verdiepingen worden verhoogd.
    Voor het overige gedeelte van het gebouw wordt uitgegaan van nieuwbouw. Conform het voorontwerp bestemmingsplan Laurenskwartier geldt hierbij een maximale bouwhoogte van 35 meter. In ieder geval voor de kant van de Binnenrotte, aan de zijde van de Botersloot wellicht wat lager. In het huidige PTT-gebouw bevindt zich aan de zijde van de Binnenrotte een telefooncentrale, die een groot deel van de binnenstad bedient. Deze telefooncentrale dient gehandhaafd te blijven en zal worden ingepast in de nieuwbouw.
    Een belangrijk punt van onderzoek is de vraag geweest of het mogelijk is de oudbouw geheel of gedeeltelijk te handhaven. Alhoewel het PTT-gebouw geen gemeentelijk monument is heeft het gebouw in monumentaal opzicht onmiskenbaar enkele interessante onderdelen, met name de gebouwdelen aan de Botersloot. Het is bovendien één van de weinige vooroorlogse gebouwen in het Laurenskwartier en sluit qua sfeer aan op het nagestreefde karakter van binnenstedelijke dwaalzone. Op initiatief van de gemeente zijn daarom diverse ‘handhaafvarianten’ onderzocht. De uiteindelijke conclusie, na uitgebreide advisering inclusief second opinion, is dat handhaving van de oudbouw of een gedeelte daarvan in financieel opzicht onhaalbaar is. Per saldo komen dergelijke varianten circa 15 miljoen gulden duurder uit dan nieuwbouw. Dit verschil is voor een belangrijk deel terug te voeren op hogere bouwkosten - bij handhaving van een deel van de oudbouw blijft een uiterst ongelukkig grondvlak voor de vorming van een parkeergarage over - en op lagere opbrengsten, omdat minder woningen en parkeerplaatsen gerealiseerd kunnen worden.
    Tenslotte geldt als uitgangspunt een (internationaal) gerenommeerde architect aan te trekken. Deze architect is in principe Hans Kohllhoff, die er al eerder blijk van heeft gegeven met veel gevoel opgaven voor woningbouw in binnenstedelijke context op te pakken.


    Uit: Overlegdocument t.b.v. Raad & Commissie: Uitgangspunten herontwikkeling PTT-Botersloot.
    Datum overleg: 07-03-2000, vergadering van de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (cie. ROG)

    KPN heeft ter ere van Rotterdam in 2000 een telefoonkaart uitgegeven:

    Telefoonkaart Telefoonkaart

    Na de grote verwoesting door het bombardement werd de Gedempte Boterloot weer gewoon Botersloot genoemd.

    De Nederlandse soldaten van Napoleon: Jan Zuijdmeer
    In 1813 wordt Jan Zuijdmeer uit Rotterdam opgeroepen voor actieve dienst. Om zijn verliezen van 1812 goed te maken rekruteert Napoleon nu jongens die in eerste instantie de dienst konden ontlopen vanwege hun hoge lotnummer. Jan doet nog een poging om afgekeurd te worden vanwege een ernstige val op zijn hoofd in 1810, maar de verklaring die een chirurgijn opstelt mag niet baten.
    Niet alleen wat zijn naam betreft is Jan het prototype van Jan Soldaat; hij komt ook voort uit het gewone volk. Jans vader, Jan Zuijdmeer senior, is zakkendrager van beroep. Hij lost zakken met graan uit de schepen en draagt ze naar de pakhuizen. Jans moeder werkt als visvrouw op de zeevismarkt. In 1813 bestaat het gezin uit vader, moeder en de zonen Jan jr., Klaas en Evert. De dertienjarige zoon Anthonie is eind 1812 overleden. Het gezin woont in een kamer aan de Botersloot – een kleine behuizing die gebruikelijk is voor een arbeidersgezin.
    Ook Jan Zuijdmeer schrijft zijn ouders over zijn belevenissen als soldaat. Zijn brieven zijn niet bewaard gebleven, maar de antwoorden die zijn ouders stuurden wel: een serie van tien epistels die zeer uitzonderlijk is. Ze geven een zeldzame indruk van de belevenissen van het voetvolk in Napoleons leger, maar vooral van de beslommeringen en zorgen aan het thuisfront.
    In de brieven van het thuisfront lijkt de oorlog opmerkelijk ver weg. De epistels ademen een aandoenlijke huiselijkheid uit. We zitten letterlijk aan tafel bij het gezin Zuijdmeer. ‘Jan u moeder zegt dat ze zoo verlege zit met aardappele te schille nu jij weg bend,’ laat vader bijvoorbeeld weten. Op de kamer is het in de zomer van 1813 een drukte van belang, want ‘ons Lortye’ heeft op 1 juli vijf ‘aardige mooije kleyne hontjes’ op de wereld gezet. Met enig gevoel voor humor voegt vader eraan toe: ‘De kraamvrouw en de kinderen zyn na tijdsomstandigheyd zeer welvarende.’ De honden zijn niet de enige huisdieren, want het gezin houdt ook twee vinken in kooitjes.

    De angst voor wat komen gaat vinden we terug in een bijna overbezorgdheid van de ouders over het lot van hun zoon. Op 11 oktober 1813 schrijft vader verontrust dat hij nog geen reactie heeft ontvangen op zijn eerdere brief van 6 oktober! Het voorgevoel dat er iets niet helemaal in orde is, is in dit geval overigens juist. Zoon Jan bevindt zich op dat moment in het hospitaal in Wesel, een vestingstad aan de Rijn. Het 124e regiment ligt daar vanaf augustus 1813 in garnizoen, na een mars vanuit Abbeville.
    Op 26 oktober wordt Jan ontslagen uit het hospitaal, maar waarschijnlijk is hij nog niet volledig hersteld. In november 1813 komt Wesel in de frontlinie te liggen.
    Napoleon heeft de Slag bij Leipzig verloren en Duitsland ten oosten van de Rijn opgegeven. Af en toe laten kozakken zich al voor de vesting Wesel zien. Een belegering zal vermoedelijk niet lang op zich laten wachten. Als voorzorgsmaatregel worden zieke en gewonde soldaten alvast naar het binnenland van Frankrijk gedirigeerd, zodat ze de belegerde vesting niet tot last zullen zijn.
    Ook Jan Zuijdmeer behoort tot de zieken die worden geëvacueerd. Via Venlo en Roermond komt hij op 9 december 1813 aan in het hospitaal van Maastricht. Hij verkeert in het gezelschap van zijn Friese kameraad Jan Pieter Boeijenga – hun namen worden na elkaar genoteerd in het register van het hospitaal. In de garnizoenssteden heersen op dat moment besmettelijke ziekten als dysenterie. De opeenhoping – onder weinig hygiënische omstandigheden – van verzwakte soldaten die zijn teruggekeerd uit de veldtocht in Saksen, leidt tot een onvoorstelbare sterfte. Alleen al in Maastricht overlijden ze in honderdtallen.
    Het is niet onaannemelijk dat Jan Zuijdmeer en Jan Pieter Boeijenga ook een dergelijke ziekte onder de leden hebben. Toch voelen ze zich na een dag hospitaal alweer sterk genoeg om de reis te hervatten. Op 10 december 1813 schrijft de dienstdoende arts een bewijs van hun ontslag uit het Maastrichtse hospitaal.

    Bedelaars
    Wat ze in de dagen erna precies doen, blijft onduidelijk. Ze maken in ieder geval geen deel uit van een officieel ziekentransport, dat hen verder naar het zuiden zou brengen. Ze lopen noordwaarts, langs de Maas, en zijn formeel gezien op de weg terug naar Wesel. Het kan bijna niet anders of ze proberen naar Holland te reizen, dat zich al ontworsteld heeft aan het Franse gezag. Als een soort bedelaars zullen ze hebben rondgezworven.
    Op 20 december 1813, tien dagen na hun ontslag uit het Maastrichter ziekenhuis, kloppen ze aan bij een boerin in het (Limburgse) dorp Sint-Joost. Zij geeft hun melk te drinken en laat hen slapen op de hooizolder. De volgende dag staat Jan Zuijdmeer niet meer op. Hij is in zijn slaap overleden. Zijn kameraad Jan Pieter Boeijenga sterft enkele uren later. De officier van justitie van het arrondissement Roermond neemt op 22 december polshoogte en laat een arts de lijken onderzoeken, maar deze constateert een natuurlijke dood.
    De soldaten zijn gestorven zonder ooit gevochten te hebben. Hun overlijden moeten we welhaast op het conto zetten van verzwakking in combinatie met een besmettelijke ziekte. Als onderdeel van het gerechtelijk onderzoek neemt de officier van justitie alle documenten in beslag die de soldaten bij zich droegen, waaronder de brieven die Jan Zuijdmeer van zijn ouders heeft ontvangen. De overleden soldaten worden begraven op het plaatselijke kerkhof.
    In Rotterdam heeft prins Willem enkele weken eerder al een triomfantelijke entree gemaakt. De geschiedenis krijgt een andere wending. Voor de Hollandse soldaten van Napoleon als Jan Zuijdmeer jr. rest de vergetelheid. Keer op keer herdenkt de nieuwe Nederlandse staat de overwinning op Napoleon in de Slag bij Waterloo. Voor degenen die aan de zijde van Napoleon hebben gevochten, is geen plaats in de vaderlandse geschiedenis.
    Citaten uit het artikel De Nederlandse soldaten van Napoleon door Joost Welten. Historisch Nieuwsblad (HN nr. 8/2008)

    En hoe beoordeelt men in 2007 de Botersloot?
    In haar artikel Rotterdam had veel intiemer kunnen zijn laat Yvonne Keunen Paul van de Laar van het Schielandhuis aan het woord.
    Wat als de Duiters in 1942 geen bouwstop hadden afgekondigd? En wat als stadsbouwmeester W.G. Witteveen zich niet de woede van architecten op de hals had gehaald door zich in zijn wederopbouwplan tot in detail met gebouwen te bemoeien? „Dan was Rotterdam een stuk intiemer geweest.’’
    . . .
    De stadshistoricus vergelijkt de sfeer van de stad van Witteveen met die van het Duitse Münster. „Het zou de sfeer hebben gehad van de Botersloot. Veel mensen zouden dat gezelliger hebben gevonden.’’
    Dat wil niet zeggen dat Witteveen een ouderwets plan maakte. In tegendeel, stelt Van de Laar. „In zijn plan stelt hij voor om de zeewaterkering te verplaatsen van de Hoogstraat naar de Boompjes. Daardoor komt een groot deel van het centrum ineens wel binnen de dijk te liggen. Een oplossing die is uitgevoerd. Het plan Witteveen is een modern Rotterdam met een vette knipoog naar de vooroorlogse stad. Niet te vergelijken met de volstrekt andere stad die werd gebouwd.’’
    www.ad.nl/rotterdam/stad/ 25 juli 2007.


    Voor deze pagina werd gebruik gemaakt van Hugo van Hoek Wandelingen door Oud-Rotterdam herinneringen aan het straatbeld van een halve eeuw geleden. Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1987.


    Bekijk ook deze pagina's:

  • Statendam 1
    Inleiding
  • Statendam 2
    De architect
  • Statendam 3
    De sloop van het KPN-gebouw
  • Statendam 4
    Nieuwsberichten project Laurenshof
  • Statendam 5
    Over de 5 schepen Statendam
  • Statendam 6
    De bouw
  • Statendam 7
    Geschiedenis Binnenrotte
  •  

    Gewijzigd: 16 februari 2013


    advertenties