Homepage
Alle plaatsen in Zuid-Holland
|
|
Het wapen van 's-Gravenzande
Geschiedenis
Rond het begin van onze jaartelling was de monding van de Maas een grote watervlakte die reikte van
Monster tot aan Den Briel. Na het jaar 1000 vormden zich, door een samenspel van zee, rivier en wind,
ten zuiden van Monster zandbanken. Hierop ontstonden duinen met daarachter hoge onbedijkte gronden. Dit
gebied, ten noorden van het huidige 's-Gravenzande, wordt in de oudst bekende stukken vermeld als
'Zande'.
Het proces van landaanwas ging door. Uiteindelijk ontstond een uitgebreid gorzengebied met zandplaten
waarop o.a. de Staelduinen ontstonden.
De graven uit het Hollandse huis hielden zich hier in de eerste helft van de 13e eeuw geregeld met
bedijkingswerk bezig. Dat de naam van het dorp Zande veranderde in 's-Gravenzande, wijst er op dat de
graven van Holland hier van grote betekenis zijn geweest.
Rond 1230 verbleven Floris IV en zijn echtgenote Machteld van Brabant vaak op hun grafelijke hof in
's-Gravenzande. Funderingsresten van dit hof zijn teruggevonden langs de huidige Nieuwe Vaart. Na de
dood van Floris bewoonde Machteld dit hof permanent tot aan haar overlijden in 1267.
Rond 1242 bedijkten zij en haar zoon graaf Willem 11 nieuw land. Waarschijnlijk ging het hier om de
aanleg van de Maasdijk. Hierdoor werd een groot gedeelte van het grondgebied tegen overstromingen
beschermd.
Op aandringen van gravin Machteld verleende haar zoon, graaf Willem II, in 1246 aan 's-Gravenzande het
stadsrecht waardoor de dorpelingen poorters werden. Zij kregen een eigen stadsbestuur met aan het hoofd
ervan een schout, dit in tegenstelling tot het omliggende platteland dat tot het ambachtsgebied
(grondgebied) van 's-Gravenzande behoorde.
Gravin Machteld liet in 's-Gravenzande een kerk bouwen, die gewijd werd aan de Heilige Elisabeth van
Thüringen. Vlak voor haar dood schonk Machteld de kerk een Madonnabeeld, dat nog aan deze heilige
toebehoord had. Het verhaal ging dat dit Madonnabeeld grote wonderen kon verrichten. 's-Gravenzande
groeide hierdoor uit tot een belangrijke bedevaartplaats. De kerk verkreeg veel inkomsten, zodat in
de loop van de 14e eeuw een grotere kerk gebouwd kon worden: een drie-schepige hallenkerk met een toren
van ongeveer 85 meter hoog. Nadat deze kerk in het begin van de 19e eeuw was ingestort, is op deze
plaats de huidige Dorpskerk gebouwd.
Voor de bevolking van het middeleeuwse 's-Gravenzande waren landbouw en veeteelt de voornaamste bronnen
van bestaan. Het verhaal gaat dat op de vruchtbare klei de beste tarwe van heel Holland groeide. Er
werden ook vruchten gekweekt en er werd vlas verbouwd. 's-Gravenzande was verder beroemd om haar groene
schapenkaas.
Daarnaast waren er uiteraard ook handwerkslieden zoals wevers, een schoenmaker, smid en een timmerman.
Voor 1400 was ook de lakenindustrie belangrijk. Het wanthuis, de lakenhal, stond aan de zuidzijde van
de stad.
Op de plek waar nu het oude veilingterrein ligt, stonden in de middeleeuwen een begijnhof en een
klooster. Het begijnhof is vóór het jaar 1255 gesticht door gravin Machteld en was waarschijnlijk het
oudste begijnhof in de noordelijke Nederlanden. In de 18e eeuw is op het terrein van het voormalige
begijnhof door de familie Van Vredenburch de buitenplaats Vreeburch gebouwd.
Aan het Marktplein stond de herberg 'De Borsboom', later 'De Spaansche Vloot' geheten. De oudste
vermelding van deze herberg stamt uit 1543. Omstreeks 1690 brandde het gebouw geheel af en werd de
herberg herbouwd tot haar huidige vorm.
De intensieve tuinbouw kwam pas na 1800 tot ontwikkeling. Redenen hiervoor waren een gunstig klimaat en
de nabijheid van grote steden. De hoger gelegen zandgronden waren uitstekend geschikt voor de teelt van
vroege aardappelen, asperges en tulpen.
Medio 1880 trad er een economische teruggang op. De daaruit voortvloeiende landbouwcrisis bracht vele
problemen voor de tuinbouw met zich mee. Deze crisis heeft geleid tot de ontwikkeling van het
veilingwezen. De eerste veilingen in 's-Gravenzande werden gehouden op het biljart in de herberg De
Spaansche Vloot. Later werd er een veilinggebouw opgericht. Door allerlei fusies in de loop van de
jaren kent 's-Gravenzande sinds 1993 geen eigen veiling meer.
In 1914 werd Hoek van Holland van 's-Gravenzande afgescheiden en aan het grondgebied van Rotterdam
toegevoegd. In de Tweede Wereldoorlog waren er nauwelijks directe oorlogshandelingen in 's-Gravenzande.
Door de ligging vlakbij de toegang tot de havens van Rotterdam had de bezetter zich hier wel genesteld.
Ruim 400 woningen werden afgebroken om schootsveld te verkrijgen. Na de oorlog werd snel een begin
gemaakt met de wederopbouw van de gemeente.
Bron: MacDaniel Tradin en Services, www.macdaniel.nl.
Naamsgeschiedenis
In de 13e eeuw genoemd als Zande, o.a. op een gezegeld stuk gedateerd 17 mei 1255.
In de 15e en 16e eeuw werd vaak 's Gravensande geschreven, omdat in die tijd de Z vrij ongebruikelijk
was. In de 18e eeuw werd de oude spelling 's Gravenzande weer gebruikt, tot rond 1830 de N uit de naam
verdween.
In september 1858 werd door Gedeputeerde Staten verzocht de Z weer te veranderen in de S, dus nu 's
Gravesande. Pas op 1 januari 1884 werd de naam weer officieel 's Gravenzande.
Bron: Ton Luk, www.seniorweb.nl/gen/Gravenzande.htm.
Heilige Lambertus kerk gelegen onderaan de Maasdijk in 's-Gravenzande
De Lambertus kerk wordt in 1872 gebouwd door Jonkheer A.J.A. van Rijckevorsel, hij is eigenaar van
'het Staelduin'.
Rond 1850 laat de jonkheer een deel van dit duingebied ontginnen om het zo ontstane land- en
tuinbouwgebied in pacht te geven.
Gelinkt van www.egbertuslambertus.nl
|
Door de stichting van een kerkje in de directe omgeving kregen de rooms katholieke pachters de
mogelijkheid om dagelijks ter kerke te gaan. Het nostalgische bruggetje - gebouwd van hout afkomstig uit het Staelduinse bos - dat toegang geeft tot
het grondgebied van het kerkje, levert voor elke bezoeker een mooi plaatje op.
Aan het pad tussen deze brug en de kerk staat een "Lourdesgrot" met Mariabeeld. Het beeld werd in 19…
door parochianen meegenomen uit Lourdes en aan de parochie geschonken.
Het prachtige neogotische interieur geeft een sfeervolle uitstraling, het lijkt wel of de tijd hier is
blijven stilstaan. Een rustpunt in het drukke bestaan.
De altaartafel en het tabernakel zijn afkomstig uit een afgebroken Belgisch klooster.
De Godslamp en de kroonluchter zijn versierd met drie respectievelijk zes daarop gemonteerde
wapenschildjes.
Een van deze wapenschildjes stelt het wapen van de familie Van Rijckevorsel voor, de stichter van deze
kerk.
|
De molen van s-Gravenzande
Reeds in 1318 kende de stad s-Gravenzande 2 korenmolens: "De Voormolen", die in de omgeving van het
huidige zuidwind heeft gestaan en in de tijd van de reformatie werd verwoest en "De Achtermolen", die
al in 1270 bestond en gelegen was aan het einde van de huidige Molenstraat. In de vorige eeuw heette
een opvolger van deze laatste molen 'De Fortuin'. Deze brandde in 1879 af, toen de molenaar bezig was
met het smeren van het gangwerk met bijenwas. Deze molen werd niet meer herbouwd. Mogelijk werd hierna,
om toch te kunnen malen, het maalderijgebouwtje aan de Naaldwijkse weg gesticht, waarin een
stoommachine lag die twee koppels stenen aan kon drijven. De molenaar was Luiendijk en daarvoor was een
zekere Schuddebeurs eigenaar. In 1903 kocht de vanuit Sliedrecht afkomstige Nijs Maat, de opa van de
laatste eigenaar Nijs Maat, de stoommaalderij aan. In 1908 werd vergunning aangevraagd voor het bouwen
van een 'windbaliemolen' naast de bestaande maalderij. Voor molenbegrippen is de molen dus nog niet erg
oud. Geheel in het teken van deze tijd,
|
Gelinkt van www.westlandsemolens.nl/
gebruikte men hiervoor geen nieuwe molen, maar een tweedehands houten achtkante molen.
Deze molen was oorspronkelijk een poldermolen van de polder 'Kerk en Zanen' te
Alphen aan de Rijn, die daar in 1869 gebouwd was en door
stoombemaling overbodig geworden. Nijs Maat liet de molen hier plaatsen op een nieuw gemetselde
achtkante, ruim zes meter hoge stenen onderbouw. De molen werd ingericht als korenmolen met drie
koppels stenen, twee zgn. 'mestingstenen' om veevoer te kunnen malen en een voor tarwemeel.
|
Bezienswaardigheden
In het Staelduinse Bos ligt bezoekerscentrum d’Oude Koestal. Het wordt beheerd door de Vereniging
Vrienden van Staelduinse Bos en is op zaterdagen geopend van 13.00 tot 16.00 uur en op zondagen van
11.00 tot 16.00 uur. Van april tot en met oktober ook op woensdagen van 13.00 tot 16.00 uur.
Bron: www.zuidhollandslandschap.nl
Vereniging 'Vrienden van het Staelduinse Bos'
|
|