Bleiswijk

Homepage

  • Alle plaatsen in Zuid-Holland
  • Over het Groene Hart
  •   Bleiswijk Het wapen van Bleiswijk

    Geschiedenis
    De eerste fase: het ontginningstijdperk.
    Na duizenden jaren veenvorming startten de bezitters van de grond (Abdijen van Utrecht en Egmond en Graven van Holland met hun leenheren) rond 1100 met het ontginnen van de Hollandse laagveen gebieden, waaronder Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs. Uit deze periode zijn geen gebouwen overgebleven, weI landschapskenmerken. Vanuit de reeds bestaande Rotte werden loodrecht hierop, op regelmatige afstanden van elkaar, afwateringskanalen gegraven waaronder de Lange Vaart. Deze veen ontginningen wordt het "cope-systeem" genoemd. Op de kop van de kavels, ongeveer een kilometer uit de Rotte, werden de "boerderijen" gebouwd, waardoor het zo kenmerkende lintkarakter van het oude dorp ontstond. Hetzelfde proces vond plaats bij het ontstaan van Berkel en Rodenrijs, maar dan vanuit het riviertje de Leede. In de 15e eeuw ontmoetten Bleiswijk en Berkel elkaar via de ontginningen en dit kennen we nog als de landscheiding. De natuurlijke afwatering (de gronden lagen toen hoger dan de Rotte) deden landgronden ontstaan, die zeer geschikt waren voor de akkerbouw. Door het inklinken en verweren van de grond, daalde het maaiveld en steeg het grondwaterpeil. De veehouderij bleef de nog enige overgebleven mogelijkheid om de landerijen economisch effectief te kunnen gebruiken. Het veenontginningsdorp Bleiswijk wordt reeds in de 12e eeuw genoemd. Een oorkonde uit 1242 maakt melding van de verkoop van Bleiswijkse veengronden. Volgens informatie uit de 17e eeuw bestond er in de 11e eeuw het slot Kranenburg, gesticht door een Burggraaf uit Leiden. Dit slot is vermoedelijk tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten vernietigd. Er is geen spoor van teruggevonden. In 1267 wordt het bestaan van een kerk in Bleiswijk vermeld. Bleiswijk was toen al een (hoge) Heerlijkheid.

    Bron: Oudheidkundige Vereniging en Museum Bleiswijk

    Voor de afzet van hun producten en de onderlinge handel waren de Bleiswijkers afhankelijk van de marktschuit. In 1819 stelde de gemeenteraad het reglement vast op het varen der marktschuit van Bleiswijk op Rotterdam en vice versa. De boot voer af van huis nr. 100 (of van het woonhuis van de marktschipper) en meerde af bij het Bleiswijksche Veerhuis in de Botersloot in Rotterdam. De dienst van de marktschuit liep tot ieders tevredenheid, gezien een expliciete opmerking van de burgemeester. Deze [de dienst] liep twee maal per week naar Rotterdam. In het jaarverslag over 1846 werden er geen bijzonderheden over vermeld zodat geconcludeerd kan worden dat alles naar tevredenheid liep. In 1870 dacht men hier anders over: men werd zich bewust dat door de vele bruggen, verlaten en sluizen de marktschuit uiterst langzaam ging en daardoor kostbaar was. Bovendien waren de openbare wegen veel te smal en slecht onderhouden. Vooral voor voertuigen met twee paarden bespannen en voetgangers waren de wegen in de winter "bijna ondoorwaadbaar". In 1870 werden in samenwerking met de gemeenten Bergschenhoek en Zegwaart de doorgaande wegen verhard. Een andere oplossing was de aanleg van de spoorlijn 's-Gravenhage-Gouda in 1868. Daarvoor moesten wel diverse gronden onteigend worden. Het gevolg was dat Bleiswijk ook behoefte kreeg aan een station op hun grondgebied, omdat de dichtstbijzijnde stations (Zoetermeer-Zegwaart) en Zevenhuizen-Moerkapelle, voor de afvoer van landbouwproducten en vee te ver vandaan lagen. Daarom ondernam Burgemeester Stoop pogingen, samen met C.L.J. Bos, secretaris van de gemeenten Zegwaart en Zoetermeer bij de directeur van de Ned. Rhijnspoorweg Maatschappij pogingen, tot de aanleg van halte te komen, waarover in 1868 afwijzend werd beschikt. In 1891 ondernam de gemeente weer een poging tot aanleg van een stationnetje, ditmaal met meer succes. In 1893 werd deze gebouwd. Deze spoorweghalte bestond feitelijk niet veel meer dan uit een meter brede verhoging langs de beide rails. Naast het seinhuisje stond een wachthuisje. Het wachtlokaal en het seinhuisje werden in de jaren '20 van de 20e eeuw afgebroken en werd een nieuw seinhuis neergezet met een uitbouw voor kaartverkoop. Daarnaast kwam een dubbel woonhuis voor de seinwachters. De stopplaats werd in 1940 gesloten.
    Bron: Gemeente Bleiswijk

    Een stukje geschiedenis van Bleiswijk tijdens de 2e wereldoorlog.

    Bezienswaardigheden

    HSL bij Bleiswijk in aanbouw 2005

    HSL
    Gelinkt van: www.mischakeijser.com.

    Complementair

    Station Bleiswijk

    Boerderij aan de Groene Weg
    Gelinkt van: www.ovmb.nl.
    Zie ook: Spoorlijn Gouda - Den Haag


     
       

     

    Vorige plaats      Overzicht plaatsen      Volgende plaats
     


    advertenties