|
|
Geschiedenis
De opwassen van Overflakkee, dat overigens zijn naam ontleent aan een deel van het Haringvliet dat
vroeger het Vlake of het Vlackee werd genoemd, bestonden in 1480 uit twee eilanden van ongelijke grootte.
Het kleine, westelijke eiland werd gevormd door Dirksland (1415) en Melissant (1480). Het grote
oostelijke eiland bestond uit het Oudeland van Oude Tonge (1420) met de aandijkingen het Zuiderland
(1447), Battenoord (1455) en het Noordland (1461), wat later Nieuwe Tonge ging heten. In 1465 werd
dit eiland meer dan verdubbeld in grootte door de bedijking van Sommelsdijk, Middelharnis en Duivenwaard
door één ringdijk, die aan het Noordland mocht worden aangesloten. De Oude Plaat sloot vervolgens de
zeearm tussen Sommelsdijk en Dirksland, de Boerenvliet of de Boomvliet geheten, af. Hierdoor ontstond
Zuidvoorne, een groot eiland, waarop zich omvangrijke dorpen konden ontwikkelen.
Bron: Westvoorne
tot 1550
De Ramp
Om 3.00 uur 's nacht op 1 februari 1953 werd Zuidwest-Nederland opgeschrikt door een vreselijke
watersnoodramp. Er zijn geen beelden van. De eerste foto's en filmbeelden zijn gemaakt op maandag 2
februari, toen de storm inmiddels was gaan liggen. Kees Slager heeft in zijn boek De ramp (Amsterdam,
2003) een reconstructie gemaakt van de dag ervoor en de twee dagen erna.
Om half een 's nachts heeft polderopzichter Kees Luchtenburg te Battenoord dijkgraaf Ewoud van
den Doel al gewekt. Samen hebben ze door de hagel- en sneeuwbuiten heen de sluizen tussen de polders
Battenoord en Klinkerland gesloten. In de loop van de nacht worden veel bewoners van dit tweehonderd
inwoners tellende buurtschap aan de Grevelingen gewekt. Zij verzamelden zich in het polderhuis aan
de zeedijk, waar Luchtenburg woonde. De burgemeester van Nieuwe Tonge, Chris van Hofwegen, is
inmiddels door Luchtenburg opgebeld met de oproep om naar Battenoord te komen. De burgemeester vond
het verstandiger, dat de mensen naar Nieuwe Tonge geëvacueerd werden, omdat dat landinwaarts veilig
leek te liggen. Daarom heeft hij autobezitters vanuit Nieuwe Tonge naar Battenoord laten komen.
Voordat de eerste auto's aankomen, valt om vier uur al een gat in de zeedijk bij Battenoord. Sara
van den Doel en haar drie thuiswonende kinderen stapten in de eerste auto. Arendje werd tussen zoon
Kommer en de schilder in naar de auto benedenop de binnendijk gebracht. Zij bereikten veilig Nieuwe
Tonge.
Kort daarop vielen nieuwe gaten in de zeedijk. Massa's zeewater vernielden de binnendijken, waarop
de weg naar Nieuwe Tonge loopt. Op dat moment reden enkele auto's met evacués over de dijk. Vanaf
Battenoord zagen ze dat de koplampen vande auto's niet meer bewegen. Vijftig van de tweehonderd
inwoners van Battenoord kwamen om tijdens de ramp. Achteraf zei men: Waren we maar op de hoge zeedijk
gebleven. Dan hadden we het allemaal overleefd.
Bron: Stamboom
Doevos
Dijk bij Battenoord
Gelinkt van: www.onwijsnat53.nl.
|
|