Boskoop

    Boskoop Het wapen van Boskoop

Geschiedenis
Boskoop komt waarschijnlijk voort uit de nederzetting Ten Bussche. Deze nederzetting werd in 1204 door graaf Willem I gesticht. In 1222 werd de Abdij van Rijnsburg, een klooster van adellijke dames, de eigenaresse van Boskoop. In die tijd waren de boeren van Boskoop voornamelijk zelfvoorzienend: ze kweekten bomen die ze nodig hadden voor heggen en windschutten. Van sierteelt was nog geen sprake. Voor de Abdij van Rijnsburg, die een vergroting en verbetering van haar boomgaarden nastreefde, werd het aantrekkelijker meer bomen te telen dan nodig was voor eigen gebruik. De abdij heeft dan ook waarschijnlijk een belangrijke rol gespeeld bij het uitbreiden van de boomteelt. De oudste rekening voor geteelde vruchtbomen dateert uit het jaar 1466. In de 16e en 17e eeuw schakelden de Boskoopse boeren meer en meer over op de teelt van andere bomen dan vruchtbomen en deden sierheesters hun intrede. In de laatste helft van de 19e eeuw kwam in Nederland en daarmee in Boskoop de export van boomkwekerijproducten op gang. De Duitsers waren de eerste afnemers.
Boskoop en boomkwekerijen
Het kweken van bomen loopt als een rode draad door de Boskoopse geschiedenis. Het ontstaan en belang van de boomkwekerijen in Boskoop heeft alles te maken met de bodemgesteldheid in het gebied. Boskoop is, net als de rest van de huidige Randstad, ontstaan uit een met een dikke veenlaag bedekt moeras. In de tijd dat de Abdij van Rijnsburg de eigenaresse van Boskoop was, ontdekten de stedelingen dat dit veen, als het afgegraven en gedroogd was, de brandstof turf opleverde. Voor de stedelingen, die toen nog niet over kolen, olie of gas beschikten, was deze turf van groot belang. In eerste instantie werd rondom de steden de bovenste veenlaag afgegraven voor de turfwinning. Later werd er steeds dieper afgegraven. Bij veel steden ontstonden daardoor veenplassen. Een goed voorbeeld hiervan vormen de Reeuwijkse Plassen. Boskoop lag te ver weg voor de stedelingen, die zich in die tijd alleen te voet verplaatsten. Hierdoor bleef het veen in Boskoop ongerept. Bovendien liet de Abdij van Rijnsburg, die eigenaresse was van veel grond, geen vervening toe. Hier profiteert Boskoop nog altijd van, want de ongerepte veengronden van Boskoop vormen een perfecte voedingsbodem voor bomen en planten.
Slootjes, slootjes en nog eens slootjes
De boomkwekerijen lagen in Boskoop maar net boven het waterpeil. Om de kwekerijen droog te houden, groef men tussen de kavels het veen weg en deponeerde dit op het land. Op die manier ontstond aanvankelijk 2000 kilometer sloot. Pas na de oorlog kwam de aanleg van drainage, een onderbemaling, op gang om het overtollige water af te voeren. Later werd het vervoer over water te ingewikkeld en daarmee te tijdrovend. Om die reden werd ongeveer de helft van de sloten gedempt, smalle kwekerijen samengevoegd en ontsloten door nieuwe wegen. Toch wordt ook het Boskoop van nu nog gekenmerkt door de vele slootjes.
Bron: Gemeente Boskoop

Loods aan het Zuidwijk loods aan het Zuidwijk
Gelinkt van www.zoekplaatjes.nl

Bezienswaardigheden

Hefbrug Hefbrug over de Gouwe Gelinkt van: cms.boskoper.nl.
Info Hefbrug: Verkeer en Vervoer Provincie Zuid Holland

Watertoren
Watertoren

Gelinkt van: home.planet.nl/~hansvw.

Boomkwekerijmuseum
Boomkwekerijmuseum

Gelinkt van: www.boomkwekerijmuseum.nl.

Complementair

Betaaldag in de Bootstraat (1927)

Bootstraat
Gelinkt van: www.boskoop.nl.


 
   

 

Vorige plaats      Overzicht plaatsen      Volgende plaats
 


advertenties